niemiecko » niderlandzki

Kopf <Kopf(e)s, Köpfe> [kɔ͜pf, ˈkœpfə] RZ. r.m.

1. Kopf (Haupt):

Kopf
hoofd r.n.
Kopf
kop
Kopf
schedel
die Menge stand Kopf an Kopf
je kon over de hoofden lopen
alles auf den Kopf stellen
de hele zaak door elkaar halen
alles auf den Kopf stellen
de hele zaak verkeerd voorstellen
das Geld auf den Kopf hauen pot.
het geld erdoor jagen
nicht auf den Kopf gefallen sein pot. przen.
niet op zijn achterhoofd gevallen zijn
jdm etw auf den Kopf zusagen pot.
iem iets ronduit [o. in zijn gezicht] zeggen
jdm auf den Kopf spucken können pot. żart.
een stuk groter zijn dan iem anders
seinen Kopf aus der Schlinge ziehen przen.
de dans ontspringen
bis über den Kopf in Schulden stecken
tot over de oren in de schulden steken
mir brummt der Kopf pot.
mijn hoofd bonst (van de hoofdpijn)
einen dicken Kopf haben
een zwaar hoofd hebben
einen dicken Kopf haben
een kater hebben
sich C. (an etw) den Kopf einrennen przen.
zijn hoofd (aan iets) stoten
sich (gegenseitig) die Köpfe einschlagen przen.
hevig twisten
den Kopf einziehen przen.
een toontje lager zingen
sich die Köpfe heißreden
heftig discussiëren
den Kopf für etw hinhalten (müssen) pot. przen.
voor iets moeten opdraaien
Kopf hoch! pot.
kop op!
den Kopf hoch tragen przen.
het hoofd in de nek dragen
den Kopf hoch tragen przen.
het hoofd [o. hart] hoog dragen
der Ruhm ist ihm zu Kopf gestiegen
de roem is hem naar het hoofd gestegen
mit bloßem Kopf
blootshoofds
mit seinem Kopf für etw einstehen
volledig voor iets instaan
den Kopf oben behalten
de moed erin houden
den Kopf oben behalten
het hoofd koel houden
Kopf oder Zahl
kruis of munt
pro Kopf
per persoon
pro Kopf
per hoofd
mir raucht der Kopf pot.
ik ben duf [o. suf] van het nadenken
einen schweren Kopf haben
een zwaar hoofd hebben
einen schweren Kopf haben
een kater hebben
ich weiß nicht, wo mir der Kopf steht pot. przen.
het hoofd loopt mij om
über die Köpfe hinwegreden
over de hoofden heen praten
er ist seinen Eltern über den Kopf gewachsen przen.
hij laat zich niks meer vertellen door zijn ouders
es geht um Kopf und Kragen pot.
het gaat om leven en dood ook fig.
Kopf und Kragen riskieren
alles op het spel zetten
den Kopf unterm Arm tragen pot. przen.
met één been in het graf staan
jdm den Kopf verdrehen pot. przen.
iem het hoofd op hol brengen
den Kopf verlieren przen.
de kluts kwijtraken
jdm die Haare vom Kopf fressen pot.
iem de oren van het hoofd eten
von Kopf bis Fuß
van top tot teen
ein Brett vor dem Kopf haben
een plank voor zijn hoofd [o. kop] hebben
ein Brett vor dem Kopf haben
een bord voor zijn kop hebben
ich bin wie vor den Kopf geschlagen pot.
ik ben er helemaal kapot van
jdm den Kopf waschen pot. przen.
iem de oren wassen
sich C. den Kopf über etw zerbrechen przen.
zich over iets suf peinzen [o. prakkeseren]
der Alkohol/der Erfolg ist ihm zu Kopf gestiegen
de alcohol/het succes is hem naar het hoofd gestegen
jdm den Kopf zurechtsetzen pot. żart. przen.
iem op zijn nummer zetten

2. Kopf (Anführer):

Kopf
hoofd r.n.
Kopf
leider
Kopf
baas
Kopf
brein r.n.

4. Kopf (Person, Mannschaft):

Kopf
hoofd r.n.
Kopf
kop
Kopf
persoon
Kopf
manschap
die Besatzung war 100 Köpfe stark
de bemanning telde [o. bestond uit] 100 koppen

5. Kopf (z. B. von einem Streichholz):

Kopf
kop

6. Kopf:

Kopf (Kropf)
krop
Kopf ((Baum)Stumpf)
stronk
ein Kopf Salat
een krop sla

7. Kopf (Überschrift):

Kopf
hoofd r.n.
Kopf
kop
Kopf
titel
Kopf
opschrift r.n.
der Kopf des Briefes
het briefhoofd

8. Kopf (Anfang):

Kopf
hoofd r.n.
Kopf
kop
Kopf
begin(stuk)
Kopf
boveneinde r.n.

ˈKopf-an-ˈKopf-Ren·nen [ˈkɔ͜pfanˈkɔ͜pfrɛnən] RZ. r.n. a. przen.

Pro-ˈKopf-Ein·kom·men [proː ˈkɔ͜pf ˈ͜ainkɔmən] RZ. r.n.

Przykładowe zdania ze słowem Kopf

Kopf an Kopf stehen
op elkaar gepakt staan
pro Kopf
per persoon
Kopf hoch! pot.
kop op!
die Menge stand Kopf an Kopf
je kon over de hoofden lopen
jdm den Kopf verdrehen pot. przen.
iem het hoofd op hol brengen
immer seinen Kopf durchsetzen pot.
altijd zijn zin doordrijven
mir schwimmt der Kopf
het duizelt me
von Kopf bis Fuß
van top tot teen
den Kopf voll haben
diep in de zorgen zitten
mir schwirrt der Kopf przen.
het duizelt me
einen dicken Kopf haben
een zwaar hoofd hebben
den Kopf oben behalten
de moed erin houden
einen schweren Kopf haben
een zwaar hoofd hebben
Kopf und Kragen riskieren
alles op het spel zetten

Przykłady jednojęzyczne (niezredagowane i niesprawdzone przez PONS)

niemiecki
Nachdem die Archäologen die Steinplatten von dem Eingang der letzten Kammer zur Seite geschoben hatten, fanden sie auf einem Felsen den Kopf eines zooanthropomorphen Wesens.
de.wikipedia.org
Die naturalistisch gestalteten Gesichtszüge in dem verhältnismäßig großen Kopf werden von übergroßen, runden Augen aus Knochenplättchen und Obsidian dominiert.
de.wikipedia.org
Der Kopf wird seitlich geneigt (auf die Schulter gelegt), um, einige Sekunden verharrend, die weiße Fläche zu betrachten.
de.wikipedia.org
Sie haben um den Kopf einen schwarzen Pelz.
de.wikipedia.org
Die Haut der Wale ist meist längsfurchig und am Kopf häufig vernarbt, die Farbe erinnert an hellen Marmor.
de.wikipedia.org
Der Einsatz von Kokain für Eingriffe am Kopf ist nach der deutschen Betäubungsmittel-Verschreibungsverordnung weiterhin zulässig.
de.wikipedia.org
Diese ergatoiden Männchen zeichnen sich durch große Köpfe und kräftige Mandibel aus.
de.wikipedia.org
Die Tiere haben einen langgestreckten Körper, Kopf und Maul sind groß.
de.wikipedia.org
Vor dem Beutefang harrt er senkrecht auf einem Ansitz aus und beugt seinen Kopf zum spähen.
de.wikipedia.org
Eine weitere Farbvariante ist schwarz mit gelben Flecken sowie mit rotem Kopf und rotem Analhorn.
de.wikipedia.org

Przeszukaj słownik

niemiecki

Przetłumacz "Kopf" w innych językach

Definicje "Kopf" w słownikach niemiecki


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne