Tłumaczenia dla hasła „bangalisch“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ben·ˈga·lisch [-ˈgaːlɪʃ] PRZYM.

bengalisch

Bengaals

evan·ˈge·lisch [evaŋˈgeːlɪʃ] PRZYM.

1. evangelisch (das Evangelium betreffend):

evangelisch

evangelisch

2. evangelisch (protestantisch):

evangelisch

protestants

ge·ni·ˈal

genial [geˈni̯aːlɪʃ] PRZYM.:

genial

geniaal

kan·ni·ˈba·lisch [kaniˈbaːlɪʃ] PRZYM.

1. kannibalisch:

kannibalisch

kannibaals

2. kannibalisch przen. (unmenschlich):

kannibalisch

kannibaals

kannibalisch

onmenselijk

3. kannibalisch pot. żart.:

kannibalisch

kolossaal

kannibalisch

fantastisch

wir fühlen uns kannibalisch wohl

we voelen ons kiplekker [o. fantastisch]

bes·ti·ˈa·lisch [bɛsˈti̯aːlɪʃ] PRZYM.

bestialisch

beestachtig

mi·ne·ˈra·lisch [mineˈraːlɪʃ] PRZYM.

mineralisch

mineraal

mo·ˈra·lisch [moˈraːlɪʃ] PRZYM.

1. moralisch (tugendhaft):

moralisch

deugdzaam

moralisch

keurig

moralisch

onberispelijk

einen Moralischen haben pot.

een morele kater [o. een katterig gevoel] hebben

eine moralische Ohrfeige bekommen pot.

een stevige terechtwijzing krijgen

2. moralisch (sittsam):

moralisch

moreel

moralisch

zedelijk

3. moralisch (moralisch lehrreich):

moralisch

moraliserend

jdm moralisch kommen pot.

iem de les lezen

vo·ˈka·lisch [voˈkaːlɪʃ] PRZYM.

vokalisch

met een vocaal [o. klinker]

vokalisch

vocaal-

vokalisch

als een vocaal

so·ˈma·lisch [zoˈmaːlɪʃ] PRZYM.

somalisch

Somalisch

fis·ˈka·lisch [fɪsˈkaːlɪʃ] PRZYM.

fiskalisch

fiscaal

pos·ˈta·lisch [pɔsˈtaːlɪʃ] PRZYM.

1. postalisch:

postalisch

postaal

postalisch

de post betreffend

2. postalisch:

postalisch

per post

ˈamo·ra·lisch [ˈaːmoraːlɪʃ, amoˈraːlɪʃ] PRZYM. (außerhalb moralischer Werte, unmoralisch)

amoralisch

amoreel