Tłumaczenia dla hasła „Halsrand“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

hals·band <halsband|en> [hɑlzbɑnt] RZ. r.m.

halsband

Halsband r.n.

hals·kraag <hals|kragen> [hɑlskrax] RZ. r.m.

halskraag

Halskragen r.m.

halskraag (geplooid)

Halskrause r.ż.

hals·rei·kend [hɑlsrɛikənt] PRZYM.

halsreikend

sehnlichst

halsreikend

sehnsüchtig

halsreikend naar iets uitzien

etw sehnlich(st) erwarten

hals·bre·kend [hɑlzbrekənt] PRZYM.

halsbrekend

halsbrecherisch

halsbrekende toeren verrichten

halsbrecherische Kunststücke machen

hals·sie·raad <hals|sieraden> [hɑlsirat] RZ. r.n.

halssieraad

Halsschmuck r.m.

bos·rand [bɔsrɑnt] RZ. r.m. geen l.mn.

bosrand

Waldrand r.m.

zee·strand <zeestrand|en> [zestrɑnt] RZ. r.n.

zeestrand

Meeresstrand r.m.

hals·mis·daad <halsmis|daden> [hɑlsmɪzdat] RZ. r.ż.

halsmisdaad

Kapitalverbrechen r.n.

naakt·strand <naaktstrand|en> [naktstrɑnt] RZ. r.n.

naaktstrand

FKK-Strand r.m.

naaktstrand

Nacktbadestrand r.m.

hals·stuk <halsstuk|ken> [hɑlstʏk] RZ. r.n.

1. halsstuk (deel van een kledingstuk):

halsstuk

Passe r.ż.

2. halsstuk (stuk vlees):

halsstuk

Halsstück r.n.

hals·wer·vel <halswervel|s> [hɑlswɛrvəl] RZ. r.m.

halswervel

Halswirbel r.m.

hals·wijd·te <halswijdte|s, halswijdte|n> [hɑlswɛitə] RZ. r.ż.

halswijdte

Kragenweite r.ż.

bos·brand <bosbrand|en> [bɔzbrɑnt] RZ. r.m.

bosbrand

Waldbrand r.m.

heu·vel·rand RZ. r.m.

heuvelrand → heuvelrug

Zobacz też heuvelrug

heu·vel·rug <heuvelrug|gen> [høvəlrʏx] RZ. r.m.

1. heuvelrug (bovenrand van een heuvel):

heuvelrug

Hügelkamm r.m.

2. heuvelrug (heuvelrand):

heuvelrug

Höhenzug r.m.

hal·ster <halster|s> [hɑlstər] RZ. r.n. of r.m.

halster

Halfter r.m. r.n. r.n.