Tłumaczenia dla hasła „slang“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

slang¹ <slang|en> [slɑŋ] RZ. r.ż.

1. slang (dier):

slang ook przen.

Schlange r.ż.

kronkelen als een slang przen.

sich winden wie eine Schlange

een slang in [o. aan] zijn boezem koesteren przen.

eine Schlange am Busen nähren

2. slang (buis):

slang

Schlauch r.m.

slang² [slɛŋ] RZ. r.n. geen l.mn. (groepstaal)

slang

Slang r.m.

Przykładowe zdania ze słowem slang

kronkelen als een slang przen.

sich winden wie eine Schlange

listig als een slang

listig wie eine Schlange

een slang in [o. aan] zijn boezem koesteren przen.

eine Schlange am Busen nähren