Tłumaczenia dla hasła „Verborgenen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ver·bor·gen² CZ.

verborgen 3. os. l.mn. cz. prz. van verbergen

Zobacz też verbergen

ver·ber·gen <verborg, h. verborgen> [vərbɛrɣə(n)] CZ. cz. przech.

1. verbergen (verstoppen):

verbergen

verbergen

verbergen

verstecken

zich achter iem verbergen przen.

sich hinter jdm verstecken

iets voor iem verbergen

etw vor jdm verbergen

2. verbergen (achterhouden):

verbergen

verbergen

verbergen

verstecken

verbergen

verheimlichen

iets/niets te verbergen hebben

etw/nichts zu verheimlichen [o. verbergen] haben

ver·or·de·nen <verordende, h. verordend> [vərɔrdənə(n)] CZ. cz. przech.

1. verordenen (wettelijk bepalen):

verordenen

bestimmen

2. verordenen (bij verordening vaststellen):

verordenen

verfügen

verordenen

anordnen

3. verordenen (bevelen):

verordenen

befehlen

iem iets verordenen

jdm etw befehlen

ver·re·ge·nen <verregende, i. verregend> [vəreɣənə(n)] CZ. cz. nieprzech.

verregenen

verregnen

ver·bol·gen <verbolgen, verbolgener, verbolgenst> [vərbɔlɣə(n)] PRZYM.

verbolgen

verärgert

verbolgen

aufgebracht

verbolgen door [o. om ] [o. op ] [o. over ]

verärgert über +B.

ver·ber·gen <verborg, h. verborgen> [vərbɛrɣə(n)] CZ. cz. przech.

1. verbergen (verstoppen):

verbergen

verbergen

verbergen

verstecken

zich achter iem verbergen przen.

sich hinter jdm verstecken

iets voor iem verbergen

etw vor jdm verbergen

2. verbergen (achterhouden):

verbergen

verbergen

verbergen

verstecken

verbergen

verheimlichen

iets/niets te verbergen hebben

etw/nichts zu verheimlichen [o. verbergen] haben

ver·zoe·nen <verzoende, h. verzoend> [vərzunə(n)] CZ. cz. przech.

1. verzoenen (weer tot vrede brengen):

verzoenen

versöhnen

verzoenen

aussöhnen

zich met iem verzoenen

sich mit jdm versöhnen

ik kan mij er best mee verzoenen przen.

ich kann mich ganz gut damit abfinden

met een idee verzoend raken przen.

sich an einen Gedanken gewöhnen

2. verzoenen (goedmaken):

verzoenen

sühnen