niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „afleiden“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

af·lei·den <leidde af, h. afgeleid> [ɑflɛidə(n)] CZ. cz. przech.

1. afleiden:

afleiden (wegleiden)
ableiten
afleiden (aandacht)
ablenken
de bliksem afleiden
den Blitz ableiten
het gesprek van iets afleiden
das Gespräch von etw ablenken
iem van de rechte weg afleiden przen.
jdn vom rechten Weg abbringen

2. afleiden (ontspanning brengen; storen):

afleiden
ablenken

3. afleiden (de oorsprong verklaren):

afleiden
ableiten
afleiden
herleiten

Przykładowe zdania ze słowem afleiden

uit iets conclusies afleiden
aus etw Folgerungen ziehen
de bliksem afleiden
den Blitz ableiten
daaruit kan men afleiden dat …
daraus kann man schließen, dass …
het gesprek van iets afleiden
das Gespräch von etw ablenken
het algemene uit het bijzondere afleiden
vom Besonderen auf das Allgemeine schließen
iem van de rechte weg afleiden przen.
jdn vom rechten Weg abbringen
de betekenis van een woord uit de context afleiden
die Bedeutung eines Wortes aus dem Kontext erschließen

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne