Tłumaczenia dla hasła „afwegen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

af·we·gen <woog af, h. afgewogen> [ɑfweɣə(n)] CZ. cz. przech.

1. afwegen (nauwkeurig wegen):

afwegen

abwiegen

kruidenierswaren afwegen

Lebensmittel abwiegen

2. afwegen (overwegen):

afwegen

abwägen

de voor- en nadelen (tegen elkaar) afwegen

die Vor- und Nachteile (gegeneinander) abwägen

Przykładowe zdania ze słowem afwegen

kruidenierswaren afwegen

Lebensmittel abwiegen

de voor- en nadelen (tegen elkaar) afwegen

die Vor- und Nachteile (gegeneinander) abwägen