Tłumaczenia dla hasła „ausgelesen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ge·he·sen CZ.

gehesen → hijsen¹, → hijsen²

Zobacz też hijsen , hijsen

hij·sen² <hees, h. gehesen> [hɛisə(n)] CZ. cz. nieprzech. ((veel) drinken)

hijsen

bechern pot.

stevig hijsen

tüchtig bechern żart.

hij·sen¹ <hees, h. gehesen> [hɛisə(n)] CZ. cz. przech.

1. hijsen:

hijsen (naar boven trekken)

hochziehen

hijsen (vlag, zeil e.d.)

hissen

het anker hijsen

den Anker lichten

2. hijsen (met moeite naar boven brengen):

hijsen

hochhieven

zich uit een stoel hijsen

sich aus einem Stuhl hochwinden

dat hijs je niet

das schaffst du nicht

3. hijsen ((veel) drinken):

hijsen

saufen slang

bier hijsen

Bier saufen slang

dans·ge·le·gen·heid <dansgelegen|heden> [dɑnsxəleɣə(n)hɛɪt] RZ. r.ż.

dansgelegenheid

Tanzlokal r.n.

Ben·ga·le·se <Bengalese|n> [bɛŋxaleːsə] RZ. r.ż.

Bengalese forma żeńska od Bengalees¹

Zobacz też Bengalees , Bengalees

Ben·ga·lees² [bɛŋxaleːs] PRZYM.

Bengalees

bangladeschisch

Ben·ga·lees¹ <Benga|lezen> [bɛŋxaleːs] RZ. r.m.

Bengalees

Bangladescher r.m.