Tłumaczenia dla hasła „onrechtvaardigheden“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

on·recht·vaar·dig·heid <onrechtvaardig|heden> [ɔnrɛxtfardəxhɛit] RZ. r.ż.

onrechtvaardigheid

Ungerechtigkeit r.ż.

on·recht·vaar·dig [ɔnrɛxtfardəx] PRZYM.

onrechtvaardig

ungerecht

onrechtvaardig

ungerechterweise

recht·vaar·di·gen <rechtvaardigde, h. gerechtvaardigd> [rɛxtfardəɣə(n)] CZ. cz. przech.

rechtvaardigen

rechtfertigen

zich rechtvaardigen tegenover iem

sich vor jdm rechtfertigen

zich rechtvaardigen tegenover iem

sich jdm gegenüber rechtfertigen

gerechtvaardigd zijn (passief)

berechtigt sein

ge·recht·vaar·digd [ɣərɛxtfardəxt] PRZYM.

gerechtvaardigd

berechtigt

gerechtvaardigd

gerechtfertigt

gerechtvaardigde twijfel

berechtigte(r) Zweifel r.m.

ik vind dat onderzoek gerechtvaardigd

ich halte diese Untersuchung für gerechtfertigt

on·ge·recht·vaar·digd [ɔŋɣərɛxtfardəxt] PRZYM.

ongerechtvaardigd

ungerechtfertigt

ongerechtvaardigd (niet terecht)

unberechtigt

ongerechtvaardigde twijfel

unberechtigte(r) Zweifel l.mn.

recht·vaar·dig <rechtvaardige, rechtvaardiger, rechtvaardigst> [rɛxtfardəx] PRZYM.

rechtvaardig

gerecht

recht·vaar·di·ging [rɛxtfardəɣɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

rechtvaardiging

Rechtfertigung r.ż.

spreek·vaar·dig·heid [sprekfardəxhɛit] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. spreekvaardigheid (welbespraaktheid):

spreekvaardigheid

Sprachgewandtheit r.ż.

2. spreekvaardigheid taalk. (vreemde taal):

spreekvaardigheid

Sprachfertigkeit r.ż.

on·recht·ma·tig [ɔnrɛxtmatəx] PRZYM.

onrechtmatig

unrechtmäßig

onrechtmatig (ongerechtvaardigd)

unberechtigt

een onrechtmatige daad

eine unerlaubte Handlung

een onrechtmatige eis

eine unberechtigte Forderung

licht·vaar·dig [lɪxtfardəx] PRZYM.

lichtvaardig

leichtfertig

lichtvaardig

leichtsinnig

lichtvaardig

unbesonnen

leef·om·stan·dig·he·den RZ.

leefomstandigheden l.mn. → leefklimaat

Zobacz też leefklimaat

leef·kli·maat [lefklimat] RZ. r.n. geen l.mn.

leefklimaat

Lebensbedingungen l.mn.

be·sluit·vaar·dig·heid [bəslœytfardəxhɛɪt] RZ. r.ż. geen l.mn.

besluitvaardigheid

Entschlusskraft r.ż.

besluitvaardigheid (voortvarend)

Entschlussfreudigkeit r.ż.

ho·vaar·dig·heid [hovardəxhɛɪt] RZ. r.ż. geen l.mn.

hovaardigheid

Hoffart r.ż. liter pej.

rij·vaar·dig·heid [rɛivardəxhɛit] RZ. r.ż. geen l.mn.

rijvaardigheid

Fahrtüchtigkeit r.ż.