niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „oprijden“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

op·rij·den1 <reed op, i. opgereden> [ɔprɛidə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. oprijden:

oprijden (naar boven rijden)
oprijden (naar boven rijden)
oprijden (te paard)
oprijden (te paard)

2. oprijden (voortrijden):

oprijden
fahren auf +B.
oprijden
de binnenplaats oprijden
een zijweggetje oprijden

op·rij·den2 <reed op, h. opgereden> [ɔprɛidə(n)] CZ. cz. przech. (verslijten: een voertuig)

Przykładowe zdania ze słowem oprijden

een zijweggetje oprijden
de binnenplaats oprijden

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski