Tłumaczenia dla hasła „tabak“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ta·bak <tabak|ken> [tabɑk] RZ. r.m.

tabak

Tabak r.m.

dat is andere tabak przen.

das steht auf einem anderen Blatt

fijngesneden tabak

Feinschnitt r.m.

grofgesneden tabak

Grobschnitt r.m.

er tabak van hebben pot.

von etw C. die Nase voll haben

Przykładowe zdania ze słowem tabak

fijngesneden tabak

Feinschnitt r.m.

grofgesneden tabak

Grobschnitt r.m.

tabak pruimen

Tabak kauen

dat is andere tabak przen.

das steht auf einem anderen Blatt

er tabak van hebben pot.

von etw C. die Nase voll haben

met tabak/met eten knoeien

Tabak verkrümeln/Essen verkleckern

een pluk haar/tabak/watten

ein Haarbüschel/≈ ein wenig Tabak/ein Wattebausch