niderlandzko » niemiecki

over·kij·ken1 <overkeek, h. overkeken> [ovərkɛikə(n)] CZ. cz. przech.

overkijken
overkijken

over·kij·ken2 <keek over, h. overgekeken> [ovərkɛikə(n)] CZ. cz. przech.

overkijken
zijn les overkijken

Przykładowe zdania ze słowem overkijken

zijn les overkijken

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski