niderlandzko » niemiecki

on·af·ge·werkt [ɔnɑfxəwɛrəkt] PRZYM.

on·be·werkt [ɔmbəwɛrkt] PRZYM.

1. onbewerkt (niet bewerkt):

roh
Rohstoffe l.mn.

2. onbewerkt (niet versierd):

uit·ge·werkt [œytxəwɛrkt] PRZYM.

1. uitgewerkt (geheel bewerkt):

2. uitgewerkt (niet meer werkend: vulkaan):


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski