Tłumaczenia dla hasła „schrift“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

schrift <schrift|en> [sxrɪft] RZ. r.n.

1. schrift (tekst):

schrift

Schrift r.ż.

ik heb het op [o. in ] schrift

ich habe es schriftlich

iets op schrift stellen [o. brengen]

etw aufschreiben

iets op schrift stellen [o. brengen]

etw zu Papier bringen

een regel schrift/een bladzijde schrift

eine Schriftzeile/eine Schriftseite

2. schrift (handschrift):

schrift

Schrift r.ż.

schrift

Handschrift r.ż.

sprekend schrift

ausgeprägte Schrift r.ż.

3. schrift (tekens, lettersoort, het schrijven):

schrift

Schrift r.ż.

het Arabische schrift

die arabische Schrift

gotisch schrift

Frakturschrift r.ż.

4. schrift (cahier):

schrift

Heft r.n.

schrift

Schreibheft r.n.

Schrift [sxrɪft] RZ. r.ż. geen l.mn.

Schrift

(Heilige) Schrift r.ż.

de Heilige Schrift

die Heilige Schrift

plaatsen uit de Schrift aanhalen

Bibelstellen anführen

Przykładowe zdania ze słowem schrift

cursief schrift

die Kursivschrift

sprekend schrift

ausgeprägte Schrift r.ż.

gotisch schrift

Frakturschrift r.ż.

een regel schrift/een bladzijde schrift

eine Schriftzeile/eine Schriftseite

in een schrift knoeien

in einem Heft herumschmieren

de Heilige Schrift

die Heilige Schrift

een duidelijk schrift

eine deutliche Schrift

het fonetisch schrift

die Lautschrift

het Arabische schrift

die arabische Schrift

het gotisch schrift (middeleeuws)

die gotische Schrift

een blanco schrift

ein unliniertes Heft

plaatsen uit de Schrift aanhalen

Bibelstellen anführen

iets op schrift stellen [o. brengen]

etw aufschreiben

het schrift recht voor zich hebben

das Heft direkt vor sich C. haben

ik heb het op [o. in ] schrift

ich habe es schriftlich