Tłumaczenia dla hasła „zucht“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

zucht¹ <zucht|en> [zʏxt] RZ. r.m.

zucht (diepe uitademing)

Seufzer r.m.

zucht (diep)

Stoßseufzer r.m.

een diepe zucht slaken

einen Stoßseufzer von sich geben

een zucht slaken

aufseufzen

een zucht van verlichting

ein Seufzer der Erleichterung

zucht² [zʏxt] RZ. r.ż. geen l.mn.

zucht (begeerte; lust)

Sucht r.ż.

zucht (vaak naar iets negatiefs)

Hang r.m. zu +C.

zucht (instinctmatig)

Trieb r.m.

zucht naar avontuur

Abenteuerlust r.ż.

de zucht naar macht

die Machtgier

Przykładowe zdania ze słowem zucht

een zucht van verlichting

ein Seufzer der Erleichterung

een diepe zucht laten

einen tiefen Seufzer tun [o. ausstoßen]

de zucht naar macht

die Machtgier

een diepe zucht slaken

einen tiefen Seufzer ausstoßen

een zucht slaken

aufseufzen

zucht naar avontuur

Abenteuerlust r.ż.

een zucht smoren

einen Seufzer unterdrücken

een zucht van verlichting slaken

aufatmen

in een vloek en een zucht przen.

im Nu