Tłumaczenia dla hasła „verlamde“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ver·ˈla·den [fɛɐ̯ˈlaːdn̩] CZ. cz. przech. niereg.

1. verladen (aufladen):

verladen

verladen

verladen

inladen

verladen

verzenden

2. verladen pot. (hintergehen):

verladen

belazeren

ver·ˈlan·gen³ [fɛɐ̯ˈlaŋən] CZ. cz. bezosob. podn. (verlangen nach)

verlangen

verlangen naar

ver·ˈlas·sen¹ [fɛɐ̯ˈlasn̩] PRZYM. (einsam)

verlassen

verlaten

verlassen

eenzaam

verlassen

doods

ver·ˈlau·ten² [fɛɐ̯ˈl͜autn̩] CZ. cz. bezosob.

verlauten

men zegt [o. vertelt]

verlauten

verluiden

ver·ˈla·chen [fɛɐ̯ˈlaxn̩] CZ. cz. przech.

verlachen

uitlachen

verlachen

lachen

ver·ˈlau·fen¹ [fɛɐ̯ˈl͜aufn̩] CZ. cz. nieprzech. niereg.

1. verlaufen (seinen Verlauf nehmen):

verlaufen

verlopen

verlaufen

zijn beloop nemen

2. verlaufen (sich ausdehnen, sich erstrecken):

verlaufen

lopen

verlaufen

zich uitstrekken

3. verlaufen (ins Nichts auslaufen):

verlaufen

doodlopen

im Sand(e) verlaufen

op niets uitlopen

4. verlaufen (schmilzen):

verlaufen

smelten

verlaufen

vloeibaar worden

5. verlaufen (übergehen (in)):

verlaufen

overgaan (in)

Ver·ˈla·der <Verladers, Verlader> [-dɐ] RZ. r.m.

Verlader

verlader

Verlader

bevrachter

ver·ˈla·gern² [fɛɐ̯ˈlaːgɐn] CZ. cz. zwr.

verlagern

zich verplaatsen

verlagern

z'n plaats veranderen

Ver·ˈlan·gen <Verlangens> [fɛɐ̯ˈlaŋən] RZ. r.n. kein l.mn.

1. Verlangen (dringender Wunsch):

Verlangen

verlangen r.n.

Verlangen

begeerte

Verlangen

wens

2. Verlangen (Forderung):

Verlangen

verlangen r.n.

Verlangen

eis

auf Verlangen vorzeigen

op verzoek [o. desgevraagd] tonen