Tłumaczenia dla hasła „kruidige“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

krui·si·gen <kruisigde, h. gekruisigd> [krœysəɣə(n)] CZ. cz. przech.

kruisigen

kreuzigen

kruid·na·gel <kruidnagel|s, kruidnagel|en> [krœytnaɣəl] RZ. r.m.

kruidnagel

Gewürznelke r.ż.

kruidnagel

Nelke r.ż.

kruid·koek <kruidkoek|en> [krœytkuk] RZ. r.m.

kruidkoek

Gewürzkuchen r.m.

krui·wa·gen <kruiwagen|s> [krœywaɣə(n)] RZ. r.m.

1. kruiwagen (voertuig):

kruiwagen

Schubkarre r.ż.

kruiwagen

Schubkarren r.m.

2. kruiwagen przen. (voorspraak):

kruiwagen

Fürsprecher r.m.

kruiwagen

Gönner r.m.

een (goede) kruiwagen hebben

einen Fürsprecher haben

krui·sing <kruising|en> [krœysɪŋ] RZ. r.ż.

1. kruising (kruispunt, het snijden):

kruising

Kreuzung r.ż.

een kruising van twee autosnelwegen

ein Autobahnkreuz

2. kruising (bevruchting):

kruising

Kreuzung r.ż.

krui·de·nier <kruidenier|s> [krœydənir] RZ. r.m.

1. kruidenier (kleinhandelaar):

kruidenier

Lebensmittelhändler r.m.

2. kruidenier (kleingeestig, bekrompen persoon):

kruidenier

Krämer r.m.

kruidenier

Krämerseele r.ż.

kruidenier

Spießbürger r.m.

3. kruidenier (winkel):

kruidenier

Lebensmittelladen r.m.

kruidenier

Lebensmittelgeschäft r.n.