Tłumaczenia dla hasła „kussen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

kus·sen¹ <kussen|s> [kʏsə(n)] RZ. r.n.

kussen

Kissen r.n.

kussen (zit- en ligmeubels)

Polster r.n.

kussen (zit- en ligmeubels)

Polsterung r.ż.

twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen

Mischehen gehen meistens in die Brüche

een veren kussen

ein Federkissen

kus·sen² <kuste, h. gekust> [kʏsə(n)] CZ. cz. nieprzech.

kussen

küssen

elkaar kussen

sich küssen

iem gedag [o. vaarwel ] kussen

jdn zum Abschied küssen

iem lang en heftig kussen

jdn abküssen

Przykładowe zdania ze słowem kussen

elkaar kussen

sich küssen

vurige kussen

feurige [o. heiße] Küsse l.mn.

een veren kussen

ein Federkissen

iem gedag [o. vaarwel ] kussen

jdn zum Abschied küssen

iem lang en heftig kussen

jdn abküssen

twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen

Mischehen gehen meistens in die Brüche