Tłumaczenia dla hasła „riemsgiek“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

riet·sui·ker [ritsœykər] RZ. r.m. geen l.mn.

rietsuiker

Rohrzucker r.m.

ener·giek <energieke, energieker, energiekst> [enɛrʒik] PRZYM.

energiek

energisch

energiek

tatkräftig

re·to·riek [retorik] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. retoriek (bombast):

retoriek

Redeschwulst r.m.

2. retoriek (retorica):

retoriek

Rhetorik r.ż.

retoriek

Redekunst r.ż.

nieuws·gie·rig <nieuwsgierige, nieuwsgieriger, nieuwsgierigst> [niwsxirəx] PRZYM.

nieuwsgierig

neugierig

nieuwsgierig (sterker)

gespannt

een nieuwsgierig aagje pej. (vrouw)

ein neugieriges Weib

een nieuwsgierig aagje pej. (man)

ein neugieriger Typ

ik ben nieuwsgierig naar de uitslag

ich bin neugierig [o. gespannt] auf das Ergebnis