Tłumaczenia dla hasła „rijstbouw“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

rij·strook <rij|stroken> [rɛistrok] RZ. r.ż.

rijstrook

Fahrspur r.ż.

rijstrook

Fahrstreifen r.m.

mijn·bouw [mɛimbɑu] RZ. r.m. geen l.mn.

mijnbouw

Bergbau r.m.

zins·bouw [zɪnzbɑu] RZ. r.m. geen l.mn. taalk.

zinsbouw

Satzbau r.m.

bij·ge·bouw <bijgebouw|en> [bɛiɣəbɑu] RZ. r.n.

bijgebouw

Seitengebäude r.n.

bijgebouw

Nebengebäude r.n.

rijs·te·brij [rɛistəbrɛi] RZ. r.m. geen l.mn.

rijstebrij

Reisbrei r.m.

rijstebrij

Milchreis r.m.

rijs·te·pap [rɛistəpɑp] RZ. r.ż. geen l.mn.

rijstepap

Reisbrei r.m.

rijstepap

Milchreis r.m.

rij·sport [rɛispɔrt] RZ. r.ż. geen l.mn.

rijsport

Reitsport r.m.

rij·school <rij|scholen> [rɛisxol] RZ. r.ż.

1. rijschool (autorijschool):

rijschool

Fahrschule r.ż.

2. rijschool (manege):

rijschool

Reitschule r.ż.

roof·bouw [rovbɑu] RZ. r.m. geen l.mn.

roofbouw

Raubbau r.m.

roofbouw plegen op zijn lichaam

Raubbau mit seiner Gesundheit treiben

nieuw·bouw [niwbɑu] RZ. r.m. geen l.mn.

1. nieuwbouw (het bouwen):

nieuwbouw

Neubau r.m.

2. nieuwbouw (huis, huizen in aanbouw):

nieuwbouw

Neubau r.m.