niderlandzko » niemiecki

scheeps·recht [sxepsrɛxt] RZ. r.n. geen l.mn.

scheeps·werf <scheeps|werven> [sxepswɛrf] RZ. r.ż.

scheeps·la·ding <scheepslading|en> [sxepsladɪŋ] RZ. r.ż.

scher·mut·se·len <schermutselde, geschermutseld> [sxɛrmʏtsələ(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. schermutselen (gevechten houden):

2. schermutselen (vechten met woorden):

scheeps·kok <scheepskok|ken> [sxepskɔk] RZ. r.m.

scheeps·bouw [sxepsbɑu] RZ. r.m. geen l.mn.

scheeps·ra·dio [sxepsradijo] RZ. r.m. geen l.mn.

scheeps·ramp <scheepsramp|en> [sxepsrɑmp] RZ. r.ż.

scheeps·ruim <scheepsruim|en> [sxepsrœym] RZ. r.n.

scheer·zeep [sxerzep] RZ. r.ż. geen l.mn.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski