Tłumaczenia dla hasła „tapijt“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ta·pijt <tapijt|en> [tapɛit] RZ. r.n.

1. tapijt (vloerkleed):

tapijt

Teppich r.m.

een tapijt van bommen neerleggen przen.

einen Bombenteppich legen

een kamerbreed tapijt

ein Teppichboden

een wollen tapijt

ein Wollteppich

2. tapijt (tafelkleed):

tapijt

Tischdecke r.ż.

tapijt

Decke r.ż.

iets op het tapijt brengen przen.

etw zur Sprache bringen

Przykładowe zdania ze słowem tapijt

een kamerbreed tapijt

ein Teppichboden

een wollen tapijt

ein Wollteppich

een tapijt van bommen neerleggen przen.

einen Bombenteppich legen

iets op het tapijt brengen przen.

etw zur Sprache bringen