Tłumaczenia dla hasła „uitvaardigen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

uit·vaar·di·gen <vaardigde uit, h. uitgevaardigd> [œytfardəɣə(n)] CZ. cz. przech.

uitvaardigen

erlassen

uitvaardigen (blokkade, boycot, sanctie, uitgaansverbod)

verhängen

sancties tegen een land uitvaardigen

Sanktionen über ein Land verhängen

Przykładowe zdania ze słowem uitvaardigen

een gebod uitvaardigen

einen Befehl erlassen

een verordening uitvaardigen

eine Verordnung erlassen

een wet uitvaardigen/bekrachtigen

ein Gesetz erlassen/bestätigen

een decreet uitvaardigen

ein Dekret erlassen

een verbod uitvaardigen

ein Verbot erlassen

een embargo uitvaardigen

ein Embargo verhängen

sancties tegen een land uitvaardigen

Sanktionen über ein Land verhängen