Tłumaczenia dla hasła „gaaf“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

gaaf¹ [ɣaf] PRZYSŁ. (geheel en al)

gaaf

voll und ganz

iets gaaf aannemen

etw vorbehaltlos annehmen

gaaf en glad iets toestemmen

etw C. voll und ganz zustimmen

gaaf² <gave, gaver, gaafst> [ɣaf] PRZYM.

1. gaaf:

gaaf (onbeschadigd)

unbeschädigt

gaaf (onbeschadigd)

intakt

gaaf (zonder fouten, gebreken)

makellos

gaaf (zonder fouten, gebreken)

tadellos

een gave appel

ein makelloser Apfel

de gave dollar

der stabile Dollar

een gave huid

eine makellose Haut

gaaf Nederlands

einwandfreie(s) Niederländisch r.n.

2. gaaf (volledig):

gaaf

vollständig

gaaf

ganz

gaaf

komplett

een gaaf gebit

ein makelloses Gebiss

een gaaf servies

ein vollständiges [o. komplettes] Service

3. gaaf (ontzettend goed):

gaaf

toll pot.

gaaf

irre pot.

gave muziek

irre [o. tolle] Musik pot.

4. gaaf (zuiver):

gaaf

lautere(r, s) form.

gaaf

rein

een gaaf karakter

ein lauterer Charakter form.

Przykładowe zdania ze słowem gaaf

gaaf Nederlands

einwandfreie(s) Niederländisch r.n.

een gaaf gebit

ein makelloses Gebiss

een gaaf servies

ein vollständiges [o. komplettes] Service

een gaaf karakter

ein lauterer Charakter form.

iets gaaf aannemen

etw vorbehaltlos annehmen

gaaf en glad iets toestemmen

etw C. voll und ganz zustimmen