niderlandzko » niemiecki

god·ver·ge·ten1 [ɣɔtfərɣetə(n)] PRZYSŁ. (in zeer hoge mate, gruwelijk)

godvergeten
godvergeten
verdammt slang
godvergeten
verflucht slang

god·ver·ge·ten2 [ɣɔtfərɣetə(n)] PRZYM.

godvergeten (goddeloos, snood)
godvergeten (persoon)
godvergeten onrecht
een godvergeten schooier
een godvergeten dorp

Przykładowe zdania ze słowem godvergeten

godvergeten onrecht
een godvergeten schooier
een godvergeten dorp

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski