niderlandzko » niemiecki

vak·be·we·ging [vɑɡbəweɣɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. vakbeweging (de vakorganisaties):

Gewerkschaft r.ż.

2. vakbeweging (streven om zich te organiseren):

over·we·ging <overweging|en> [ovərweɣɪŋ] RZ. r.ż.

2. overweging (overpeinzing):

Erwägung r.ż.
Überlegung r.ż.
Betrachtung r.ż.

tang·be·we·ging <tangbeweging|en> [tɑŋbəweɣɪŋ] RZ. r.ż.

vre·des·be·we·ging <vredesbeweging|en> [vredəzbəweɣɪŋ] RZ. r.ż.

voort·be·we·ging [vordbəweɣɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

jeugd·be·we·ging <jeugdbeweging|en> [jøxtbəweɣɪŋ] RZ. r.ż.

be·vlie·ging <bevlieging|en> [bəvliɣɪŋ] RZ. r.ż.

be·we·ging·loos [bəweɣɪŋlos] PRZYM.

mi·li·eu·be·we·ging <milieubeweging|en> [mɪljøbəweɣɪŋ] RZ. r.ż.

li·chaams·be·we·ging <lichaamsbeweging|en> [lɪxamzbəweɣɪŋ] RZ. r.ż.

1. lichaamsbeweging (om het lichaam te versterken):

2. lichaamsbeweging (beweging van het lichaam):

in·voe·ging <invoeging|en> [ɪnvuɣɪŋ] RZ. r.ż.

1. invoeging (het invoegen, het ingevoegde):

Einfügung r.ż.

2. invoeging verk.:

Einfädelung r.ż.

vrou·wen·be·we·ging [vrɑuwə(n)bəweɣɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

troe·pen·be·we·ging <troepenbeweging|en> [trupə(n)bəweɣɪŋ] RZ. r.ż.

ar·bei·ders·be·we·ging [ɑrbɛidərzbəweɣɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

vrij·heids·be·we·ging <vrijheidsbeweging|en> [vrɛɪhɛɪtsbəweɣɪŋ] RZ. r.ż.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski