Tłumaczenia dla hasła „sloop“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

sloop¹ <slopen> [slop] RZ. r.n. of r.m. of r.ż. (overtrek)

sloop

Kissenbezug r.m.

sloop

Kissenüberzug r.m.

sloop² CZ.

sloop 3. os. l.poj. cz. prz. van sluipen

Zobacz też sluipen

slui·pen <sloop, i. geslopen> [slœypə(n)] CZ. cz. nieprzech.

sluipen

schleichen

er is een fout in de rekening geslopen przen.

in die Rechnung hat sich ein Fehler eingeschlichen

stilletjes sluipen

auf leisen Sohlen schleichen

stiekem naar binnen sluipen

sich heimlich einschleichen

sloop³ [slop] RZ. r.m. geen l.mn.

1. sloop:

sloop (huizen)

Abbruch r.m.

sloop (voertuigen, vliegtuigen, machines)

Verschrottung r.ż.

sloop (schepen)

Abwracken r.n.

2. sloop:

sloop (bedrijf: huizen)

Abbruchunternehmen r.n.

sloop (bedrijf: huizen)

Abbruchfirma r.ż.

sloop (bedrijf: auto's)

Autoverwertung r.ż.

sloop (bedrijf: schepen)

Abwrackfirma r.ż.

een spatbord bij de sloop weghalen

einen Kotflügel vom Schrottplatz holen

Przykładowe zdania ze słowem sloop

rijp voor de sloop (huis)

abbruchreif

een spatbord bij de sloop weghalen

einen Kotflügel vom Schrottplatz holen