niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „stapel“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

sta·pel <stapel|s> [stapəl] RZ. r.m.

1. stapel (opgetaste hoeveelheid):

stapel
Stapel r.m.
stapel
Stoß r.m.
de stapel bankbiljetten
de stapel hout/boeken/stenen
de stapel kranten

2. stapel (in samenstelling; vee):

stapel
-bestand r.m.
pluimvee stapel/runder stapel
Geflügel-/Rinderbestand

3. stapel (stelling op een werf):

stapel
Stapel r.m.
op stapel staan
op stapel staan
een schip op stapel zetten/van stapel laten lopen
te hard van stapel lopen przen.
te hard van stapel lopen przen.
die onderneming liep goed van stapel przen.

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski