Tłumaczenia dla hasła „uitwaaien“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

uit·waai·en¹ <waaide uit/woei uit, h. uitgewaaid> [œytwajə(n)] CZ. cz. przech. (doven)

uitwaaien

flattern

uitwaaien

auswehen

uit·waai·en² <waaide uit/woei uit, i. uitgewaaid> [œytwajə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. uitwaaien (gedoofd worden):

uitwaaien

auswehen

2. uitwaaien (een frisse neus halen):

uitwaaien

frische Luft schnappen

zich laten uitwaaien

frische Luft schnappen (gehen)

de wind is uitgewaaid

der Wind hat sich gelegt

Przykładowe zdania ze słowem uitwaaien

zich laten uitwaaien

frische Luft schnappen (gehen)