Tłumaczenia dla hasła „verwegener“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

over·ˈwe·gen¹ <overwoog, h. overwogen> [ovərweɣə(n)] CZ. cz. przech. (overdenken)

overwegen

erwägen

overwegen

überlegen

overwegen

bedenken

overwegende de gevaren

in Erwägung der Gefahren

alles wel overwogen

es ist alles wohl überlegt

ik heb de zaak rijpelijk overwogen

ich habe die Sache reiflich überdacht

over·we·gend¹ [ovərweɣənt] PRZYM.

1. overwegend (doorslaggevend):

overwegend

überwiegend

overwegend

ausschlaggebend

in overwegende mate

maßgeblich

2. overwegend przen. (zwaarder wegend):

overwegend

schwerwiegender

de invloed van Holland was overwegend geworden

Hollands Einfluss begann zu überwiegen

ver·we·zen² <verweesde, i. verweesd> [vərwezə(n)] CZ. cz. nieprzech.

verwezen

verwaisen

ver·we·ren¹ <verweerde, i. verweerd> [vərwerə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. verweren (door weersinvloeden veranderen):

verweren

verwittern

2. verweren (eeltig worden):

verweren

verwittern

ver·wen·nen <verwende, h. verwend> [vərwɛnə(n)] CZ. cz. przech.

verwennen

verwöhnen

verwennen (verkeerd opvoeden; ook)

verziehen

ver·wen·ne·rij <verwennerij|en> [vərwɛnərɛɪ] RZ. r.ż.

verwennerij

Verwöhnen r.n. kein l.mn.

verwennerij

Verwöhnung r.ż.