Tłumaczenia dla hasła „zaad“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

zaad <zaden> [zat] RZ. r.n.

1. zaad (kiem):

zaad

Samen r.m.

2. zaad:

zaad (bepaalde hoeveelheid kiemen)

Saat r.ż.

zaad (zaadgoed)

Sämerei r.ż. meist l.mn.

zaad (het gezaaide)

Aussaat r.ż.

het zaad komt op/ontkiemt

die Saat geht auf/keimt

op zwart zaad zitten przen.

knapp bei Kasse sein

3. zaad (sperma):

zaad

Samen r.m.

zijn zaad storten

einen Samenerguss haben

4. zaad przen.:

zaad

Saat r.ż.

zaad

Samen r.m.

Przykładowe zdania ze słowem zaad

op zwart zaad zitten przen.

knapp bei Kasse sein

zijn zaad storten

einen Samenerguss haben

het zaad komt op/ontkiemt

die Saat geht auf/keimt