Tłumaczenia dla hasła „Gesetze“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ges·te <geste|s> [ʒɛstə] RZ. r.ż.

1. geste (lichaam):

geste

Geste r.ż.

geste

Gebärde r.ż.

2. geste przen.:

geste

Geste r.ż.

het·ze <hetze|s> [hɛtsə] RZ. r.ż.

hetze

Hetze r.ż.

ge·sel <gesel|s, gesel|en> [ɣesəl] RZ. r.m.

1. gesel (strafwerktuig):

gesel

Geißel r.ż.

2. gesel przen.:

gesel

Geißel r.ż.

gesel

Plage r.ż.

gesel

Heimsuchung r.ż.

3. gesel biol.:

gesel

Geißel r.ż.

ge·se·len <geselde, h. gegeseld> [ɣesələ(n)] CZ. cz. przech.

1. geselen:

geselen (kastijden)

geißeln

geselen (met zweep)

auspeitschen

2. geselen (vinnig hekelen):

geselen

geißeln

wantoestanden geselen

Missstände anprangern

ge·stel <gestel|len> [ɣəstɛl] RZ. r.n.

1. gestel (lichamelijke constitutie):

gestel

Konstitution r.ż.

zijn gestel ondermijnen

seine Gesundheit ruinieren

een zwak gestel

eine schwache Konstitution

2. gestel (gemoedsaard):

gestel

Natur r.ż.

gestel

Naturell r.n.

een prikkelbaar gestel

eine reizbare Natur

3. gestel (een werktuig):

gestel

Gestell r.n.

ge·zet <gezette, gezetter, gezetst> [ɣəzɛt] PRZYM.

1. gezet (bepaald):

gezet

festgesetzt

gezet

bestimmt

op gezette tijden

zu bestimmten Zeiten

2. gezet (regelmatig, geregeld):

gezet

regelmäßig

een gezette lezing van de Bijbel

eine regelmäßige Bibellesung

3. gezet:

gezet (dik)

beleibt

gezet (dik)

korpulent form.

gezet (klein en gezet)

untersetzt

een gezette heer

ein korpulenter Herr

pe·se·ta <peseta|'s> [peseta] RZ. r.m.

peseta

Pesete r.ż.

ge·ze·ten¹ [ɣəzetə(n)] PRZYM.

1. gezeten (met een vaste woonplaats):

gezeten

eingesessen

2. gezeten (welgesteld):

gezeten

begütert form.

gezeten

wohlhabend