Tłumaczenia dla hasła „ehrenkleid“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

he·ren·kle·ding [herə(n)kledɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

herenkleding

Herrenbekleidung r.ż.

to·ren·klok <torenklok|ken> [torə(n)klɔk] RZ. r.ż.

1. torenklok (luiklok):

torenklok

Turmglocke r.ż.

2. torenklok (uurwerk):

torenklok

Turmuhr r.ż.

re·gen·kle·ding [reɣə(n)kledɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

regenkleding

Regenkleidung r.ż. kein l.mn.

regenkleding

Regenzeug r.n. kein l.mn. pot.

ge·leid [ɣəlɛit] PRZYM.

geleid

gelenkt

de geleide economie

die Planwirtschaft

be·leid [bəlɛit] RZ. r.n. geen l.mn.

1. beleid (wijze van behandeling):

beleid

Politik r.ż.

het beleid inzake de woningbouw

die Wohnungsbaupolitik

2. beleid (overleg):

beleid

Umsicht r.ż.

met beleid te werk gaan

umsichtig vorgehen