niderlandzko » niemiecki

he·ren·boer <herenboer|en> [herə(n)bur] RZ. r.m.

1. herenboer (boer uit liefhebberij):

he·ren·mo·de [herə(n)modə] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. herenmode (mode van herenkleding):

Herrenmode r.ż.

2. herenmode (artikelen):

her·eni·gen <herenigde, h. herenigd> [hɛrenəɣə(n)] CZ. cz. przech.

1. herenigen (weer bijeenbrengen):

2. herenigen (verzoenen):

he·ren·en·kel <herenenkel|s> [herə(n)ɛŋkəl] RZ. r.n.

ster·ren·he·mel [stɛrə(n)heməl] RZ. r.m. geen l.mn.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski