niderlandzko » niemiecki
Widzisz podobne wyniki: lichtheid , lichtnet , lichtsnelheid , lichtpunt , lichtmast , lichtboei , lichtecht , lichting , lichtend , lichtcel , lichtslang , lichtgewicht , lichtstraal , lichtjaar , lichtbron , lichtval i lichtsignaal

licht·net <lichtnet|ten> [lɪxtnɛt] RZ. r.n.

licht·heid <lichtheden> [lɪxthɛɪt] RZ. r.ż.

1. lichtheid (geringe zwaarte):

lichtheid
Leichtigkeit r.ż.

2. lichtheid (licht gevoel):

lichtheid
Gefühl r.n. der Schwerelosigkeit

licht·snel·heid [lɪxtsnɛlhɛit] RZ. r.ż. geen l.mn.

licht·slang <lichtslang|en> RZ. r.ż.

licht·cel <lichtcel|len> [lɪxtsɛl] RZ. r.ż.

lich·tend [lɪxtənt] PRZYM.

lich·ting <lichting|en> [lɪxtɪŋ] RZ. r.ż.

2. lichting (opgeroepen soldaten):

lichting
Rekrutenjahrgang r.m.
de lichting van '83
der Rekrutenjahrgang 83

3. lichting (het ledigen van een brievenbus):

lichting
Leerung r.ż.

4. lichting (het omhoogbrengen):

lichting
Hebung r.ż.

licht·echt [lɪxtɛxt] PRZYM.

licht·boei <lichtboei|en> [lɪxtbuj] RZ. r.ż.

licht·mast <lichtmast|en> [lɪxtmɑst] RZ. r.m.

licht·punt <lichtpunt|en> [lɪxtpʏnt] RZ. r.n.

1. lichtpunt (lichtend punt):

lichtpunt
Lichtpunkt r.m.

2. lichtpunt przen.:

lichtpunt
Lichtblick r.m.

3. lichtpunt (aansluitingspunt op het lichtnet):

lichtpunt
Lichtanschluss r.m.

licht·ge·wicht1 <lichtgewicht|en> [lɪxtxəwɪxt] RZ. r.m. SPORT

licht·straal <licht|stralen> [lɪxtstral] RZ. r.ż.

licht·sig·naal <lichtsig|nalen> [lɪxtsɪɲal] RZ. r.n.

licht·val [lɪxtfɑl] RZ. r.m. geen l.mn.

licht·bron <lichtbron|nen> [lɪxtbrɔn] RZ. r.ż.

licht·jaar <licht|jaren> [lɪxtjar] RZ. r.n.

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne