Tłumaczenia dla hasła „ontvankelijk“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ont·van·ke·lijk <ontvankelijke, ontvankelijker, ontvankelijkst> [ɔntfɑŋkələk] PRZYM.

1. ontvankelijk (vatbaar voor indrukken):

ontvankelijk

empfänglich

ontvankelijk

aufgeschlossen

voor nieuwe ideeën ontvankelijk zijn

für neue Ideen aufgeschlossen sein

2. ontvankelijk jur.:

ontvankelijk

zulässig

ontvankelijk

statthaft

niet ontvankelijk

unzulässig

een eis ontvankelijk verklaren

einer Klage +C. stattgeben

Przykładowe zdania ze słowem ontvankelijk

niet ontvankelijk

unzulässig

een eis ontvankelijk verklaren

einer Klage +C. stattgeben

voor nieuwe ideeën ontvankelijk zijn

für neue Ideen aufgeschlossen sein