niderlandzko » niemiecki

bij·stands·uit·ke·ring <bijstandsuitkering|en> [bɛistɑntsœytkerɪŋ] RZ. r.ż.

ba·sis·ver·ze·ke·ring <basisverzekering|en> [bazɪsfərzekərɪŋ] RZ. r.ż.

le·vens·ver·ze·ke·ring <levensverzekering|en> [levənsfərzekərɪŋ] RZ. r.ż.

1. levensverzekering (overeenkomst):

2. levensverzekering (maatschappij):

scha·de·ver·ze·ke·ring <schadeverzekering|en> [sxadəvərzekərɪŋ] RZ. r.ż.

ar·beids·on·ge·schikt·heids·ver·ze·ke·ring <arbeidsongeschiktheidsverzekering|en> [ɑrbɛitsɔŋɣəsxɪkthɛitsfərzekərɪŋ] RZ. r.ż.

aan·spra·ke·lijk·heids·ver·ze·ke·ring <aansprakelijkheidsverzekering|en> [ansprakələkhɛitsfərzekərɪŋ] RZ. r.ż.

ver·stands·ver·bijs·te·ring [vərstɑntsfərbɛistərɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

glas·ver·ze·ke·ring <glasverzekering|en> [ɣlɑsfərzekərɪŋ] RZ. r.ż.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski