niderlandzko » niemiecki

twaalf·de1 [twalvdə] PRZYM.

twaalfde
Zwölftel r.n.
twaalfde (adjectivisch gebruikt)
een twaalfde deel
een twaalfde deel

twaalf·de2 [twalvdə] LICZ.

twaalfde
zwölfte(r, s)
ten twaalfde

Przykładowe zdania ze słowem twaalfde

ten twaalfde
een twaalfde deel
de twaalfde dezer

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski