Tłumaczenia dla hasła „verzuren“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ver·zu·ren¹ <verzuurde, i. verzuurd> [vərzyrə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. verzuren (zuur worden):

verzuren ook przen.

versauern

de melk verzuurde

die Milch wurde sauer

2. verzuren (spieren):

verzuren

übersäuern

ver·zu·ren² <verzuurde, h. verzuurd> [vərzyrə(n)] CZ. cz. przech. (zuur maken)

verzuren

sauer machen

iem het leven verzuren przen.

jdm das Leben vergällen

Przykładowe zdania ze słowem verzuren

iem het leven verzuren przen.

jdm das Leben vergällen