Tłumaczenia dla hasła „haltekraft“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈTat·kraft <Tatkraft> RZ. r.ż. kein l.mn.

Tatkraft

daadkracht

Tatkraft

energie

Tatkraft

voortvarendheid

ˈHalb·tags·kraft RZ. r.ż.

Halbtagskraft

parttimer voor halve dagen

ˈHal·te·griff RZ. r.m.

1. Haltegriff:

Haltegriff

handvat r.n.

Haltegriff (z. B. in einer Straßenbahn)

handgreep

2. Haltegriff SPORT:

Haltegriff

houdgreep

ˈHal·te·ver·bot RZ. r.n.

1. Halteverbot:

Halteverbot

stopverbod r.n.

2. Halteverbot:

Halteverbot

plaats, waar een stopverbod r.n. geldt

3. Halteverbot:

Halteverbot

verbod r.n. voor het houden van dieren

ˈHal·ter·haf·tung RZ. r.ż. (den Halter eines Tieres oder Fahrzeugs betreffend)

Halterhaftung

aansprakelijkheid

ˈHal·te·bucht RZ. r.ż. TRANSP.

Haltebucht

parkeerhaven

ˈHal·te·punkt RZ. r.m.

Haltepunkt

klein station r.n.

Haltepunkt

stopplaats

ˈAus·sa·ge·kraft RZ. r.ż. kein l.mn.

Aussagekraft

uitdrukkingskracht

Aussagekraft

expressiviteit

ˈSeh·kraft <Sehkraft> RZ. r.ż. kein l.mn.

Sehkraft

gezichtsvermogen r.n.

ˈZug·kraft RZ. r.ż.

1. Zugkraft FIZ. (Anziehungskraft):

Zugkraft

aantrekkingskracht

2. Zugkraft TECHNOL.:

Zugkraft

trekkracht

die Zugkraft dieses Wagens

de trekkracht van deze auto

Ge·ˈstal·tungs·kraft RZ. r.ż.

Gestaltungskraft

vormgevend vermogen r.n.

Gestaltungskraft

uitbeeldend [o. plastisch] vermogen r.n.

Halterung RZ.

Hasło od użytkownika

Halterung (befestigen) r.ż.

bevestiging r.ż.