niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „vermogen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ver·mo·gen1 <vermogen|s> [vərmoɣə(n)] RZ. r.n.

1. vermogen (rijkdom, bezit):

vermogen
Vermögen r.n.
dat kost een vermogen (pregnant)

2. vermogen (capaciteit):

vermogen
Leistung r.ż.
het nuttig vermogen
een vermogen van 60 pk

3. vermogen (macht, kracht):

vermogen
Fähigkeit r.ż.
vermogen
Kraft r.ż.
vermogen
Macht r.ż.
naar mijn beste vermogen
doen wat in zijn vermogen is
het vermogen om te denken

ver·mo·gen2 <vermocht, h. vermocht> [vərmoɣə(n)] CZ. cz. przech.

vermogen

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski