Tłumaczenia dla hasła „Propheten“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

pro·pa·ge·ren <propageerde, h. gepropageerd> [propaɣerə(n)] CZ. cz. przech.

propageren

propagieren

pro·pel·ler <propeller|s> [propɛlər] RZ. r.m.

propeller

Propeller r.m.

pro·por·tie <proportie|s> [propɔrsi] RZ. r.ż.

proportie

Proportion r.ż.

proportie

Verhältnis r.n.

proportie (afmeting)

Maß r.n.

proportie (afmeting)

Ausmaß r.n.

buiten alle proporties

überproportional

dit is buiten alle proporties przen.

das übersteigt jedes Maß

de zaak had enorme proporties aangenomen

die Sache hatte enorme Ausmaße angenommen

de prijs staat in geen enkele proportie tot de waarde

der Preis steht in keinem Verhältnis zum Wert

iets tot zijn juiste proporties terugbrengen przen.

etw auf das richtige Maß zurückführen

naar proportie

verhältnismäßig

prop·pe·rig [prɔpərəx] PRZYM.

propperig (gedrongen)

untersetzt

propperig (mollig)

pummelig

zo·ge·he·ten PRZYM.

zogeheten → zogenoemd

Zobacz też zogenoemd

zo·ge·noemd [zoɣənumt] PRZYM.

zogenoemd

sogenannt

door·eten <at door, h. doorgegeten> [doretə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. dooreten (doorgaan):

dooreten

weiteressen

2. dooreten (haasten):

dooreten

eilig essen

ge·spe·ten CZ.

gespeten volt. deelw. van spijten

Zobacz też spijten

spij·ten <speet, h. gespeten> [spɛitə(n)] CZ. cz. nieprzech.

spijten

leidtun +C.

het speet ons dat …

es tat uns leid, dass …

het speet ons dat …

wir bedauerten es, dass …

op·gie·ten <goot op, h. opgegoten> [ɔpxitə(n)] CZ. cz. przech.

opgieten

aufgießen

opgieten

aufbrühen

op·vre·ten¹ <vrat op, h. opgevreten> [ɔpfretə(n)] CZ. cz. przech. (opeten)

opvreten

auffressen

opgevreten worden van de zenuwen przen.

am Rad drehen

prop·pen·schie·ter <proppenschieter|s> [prɔpə(n)sxitər] RZ. r.m.

proppenschieter

Pusterohr r.n.