Tłumaczenia dla hasła „genrestuk“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

geld·stuk <geldstuk|ken> [ɣɛltstʏk] RZ. r.n.

geldstuk

Geldstück r.n.

geldstuk

Münze r.ż.

leer·stuk <leerstuk|ken> [lerstʏk] RZ. r.n.

leerstuk

Dogma r.n.

leerstuk

Lehrsatz r.m.

leerstuk

Lehre r.ż.

het leerstuk van de Drie-eenheid

das Dogma von der Dreieinigkeit

werk·stuk <werkstuk|ken> [wɛrkstʏk] RZ. r.n.

1. werkstuk (vervaardigd voorwerp):

werkstuk

Arbeit r.ż.

gezamenlijk werkstuk

Gemeinschaftsarbeit r.ż.

werkstuk van metaal

Metallarbeit r.ż.

2. werkstuk (opgave):

werkstuk

Aufgabe r.ż.

3. werkstuk (scriptie):

werkstuk

Arbeit r.ż.

werkstuk voor het examen

Examensarbeit r.ż.

goud·stuk <goudstuk|ken> [ɣɑutstʏk] RZ. r.n.

goudstuk

Goldstück r.n.

goudstuk

Goldmünze r.ż.

heup·stuk <heupstuk|ken> [høpstʏk] RZ. r.n.

heupstuk

Hüftpasse r.ż.

mond·stuk <mondstuk|ken> [mɔntstʏk] RZ. r.n.

mondstuk

Mundstück r.n.

munt·stuk <muntstuk|ken> [mʏntstʏk] RZ. r.n.

muntstuk

Münze r.ż.

muntstuk

Geldstück r.n.

on·der·stuk <onderstuk|ken> [ɔndərstʏk] RZ. r.n.

onderstuk

Unterteil r.m. r.n. r.n.

mees·ter·stuk <meesterstuk|ken> [mestərstʏk] RZ. r.n.

meesterstuk

Meisterstück r.n.

meesterstuk (kunstschat)

Meisterwerk r.n.