Tłumaczenia dla hasła „hoorn“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

hoorn¹ <hoorn|s, hoorn|en> [horn] RZ. r.m.

hoorn

Horn r.n.

hoorn (telefoon)

Hörer r.m.

de koe bij de hoorns pakken [o. vatten] przen.

den Stier bei den Hörnern packen

zij heeft haar man hoorns opgezet przen.

sie hat ihrem Mann Hörner aufgesetzt pot.

de hoorn neerleggen/opnemen

den Hörer auflegen/abnehmen

de hoorn des overvloeds

das Füllhorn

hoorn² [horn] RZ. r.n. geen l.mn.

hoorn

Horn r.n.

knopen worden uit hoorn gedraaid

Knöpfe werden aus Horn hergestellt

Przykładowe zdania ze słowem hoorn

de hoorn des overvloeds

das Füllhorn

de Engelse hoorn

das Englischhorn

de hoorn neerleggen/opnemen

den Hörer auflegen/abnehmen

een stoot op de hoorn

ein Stoß ins Horn

knopen worden uit hoorn gedraaid

Knöpfe werden aus Horn hergestellt

de hoorn op de haak leggen

den Hörer auflegen

de hoorn van de haak nemen/op de haak leggen

den Hörer abnehmen/auflegen