Tłumaczenia dla hasła „jedermanns“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

an·der·mans [ɑndərmɑns] ZAIM. nieokr. zaim.

andermans

and(e)rer Leute D.

in andermans brieven snuffelen

in anderer Leute Briefen schnüffeln

zich met andermans zaken bemoeien

sich in fremde Angelegenheiten mischen

on·der·maats [ɔndərmats] PRZYM.

1. ondermaats (formaat):

ondermaats

unter dem Mindestmaß

ondermaats

unter der Mindestgröße

2. ondermaats (kwaliteit):

ondermaats

minderwertig

een ondermaatse prestatie

eine minderwertige [o. schwache] Leistung

ver·man·nen <vermande zich, h. zich vermand> [vərmɑnə(n)] CZ. wk ww

vermannen zich vermannen:

vermannen

sich zusammenreißen

over·man·nen <overmande, h. overmand> [ovərmɑnə(n)] CZ. cz. przech.

overmannen

übermannen

overmannen

überwältigen

moe·der·ma·vo <moedermavo|'s> [mudərmavo] RZ. r.ż.

moedermavo

Schule als zweiter Bildungsweg im Bereich der Sekundarstufe I für Frauen

ver·ma·nen <vermaande, h. vermaand> [vərmanə(n)] CZ. cz. przech.

vermanen

(er)mahnen

Wa·ter·man <Waterman|nen> [watərmɑn] RZ. r.m.

Waterman

Wassermann r.m.

per·ma·nent¹ [pɛrmanɛnt] RZ. r.n. of r.m. geen l.mn.

permanent

Dauerwelle r.ż.

een permanent laten zetten

(sich C. ) eine Dauerwelle machen lassen

ver·ma·ning <vermaning|en> [vərmanɪŋ] RZ. r.ż.

vermaning

Ermahnung r.ż.

vermaning

Mahnung r.ż.

an·der·maal [ɑndərmal] PRZYSŁ.

andermaal

zum anderen [o. zweiten] Mal

eenmaal, andermaal, verkocht

zum Ersten, Zweiten, Dritten

een en andermaal

wiederholt

een en andermaal

abermals