Tłumaczenia dla hasła „anlegen“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈan·le·gen¹ CZ. cz. nieprzech. NAUT.

anlegen

aanleggen

anlegen

meren

ˈan·le·gen² CZ. cz. przech.

1. anlegen:

anlegen (daran legen)

(aan)leggen

anlegen (daran legen)

(aan)zetten

anlegen (anbringen)

aanbrengen

anlegen (anbringen)

aandoen

eine Leiter an die Scheune anlegen

een ladder tegen de schuur zetten

strenge Maßstäbe an etw/jdn anlegen przen.

strenge maatstaven voor iets/iem aanleggen

jdm Fesseln anlegen

iem boeien aandoen

jdm Ketten anlegen

iem in ketens slaan

(die) letzte Hand anlegen

de laatste hand aan iets leggen

der Hund legt die Ohren an

de hond legt de oren plat tegen zijn kop [o. in de nek]

2. anlegen (auf das Feuer legen):

anlegen

op het vuur doen [o. gooien]

3. anlegen (ausrichten):

anlegen

aanleggen

anlegen

richten

anlegen

mikken

das Gewehr anlegen

het geweer aanleggen

4. anlegen (erstellen):

anlegen

aanleggen

anlegen

samenstellen

ich lege (mir) eine Briefmarkensammlung an

ik leg een postzegelverzameling aan

Feuer anlegen

een vuur aanleggen

5. anlegen (investieren):

anlegen

beleggen

anlegen

investeren

Geld in Wertpapieren anlegen

geld in effecten beleggen

6. anlegen (ausgeben):

anlegen

aanleggen

anlegen

besteden

anlegen

uitgeven

Geld für ein neues Auto anlegen

geld voor een nieuwe auto aanleggen [o. besteden]

7. anlegen (zielen):

anlegen

aanleggen

anlegen

beogen

anlegen

munten

es auf jdn anlegen

het op iem gemunt hebben

es darauf anlegen, jdn zu kränken

het erop aanleggen [o. ernaar streven] (om) iem te krenken

8. anlegen (inszenieren):

ein groß angelegter Roman

een groots opgezette roman

9. anlegen podn. (anziehen):

anlegen

aantrekken

anlegen

aandoen

Schmucksachen anlegen

sieraden aandoen [o. opspelden]

(mit) Hand anlegen

(ook) een handje helpen

den Hund anlegen (festmachen)

de hond aan de ketting leggen [o. vastleggen]

ˈan·le·gen³ CZ. cz. zwr. (Streit suchen)

anlegen

het aanleggen

anlegen

ruzie zoeken

sich mit jdm anlegen

het met iem aanleggen [o. aan de stok krijgen]

Przykładowe zdania ze słowem anlegen

Feuer anlegen

een vuur aanleggen

Schmucksachen anlegen

sieraden aandoen [o. opspelden]

einen eisernen Bestand anlegen

een ijzeren voorraad inslaan

(die) letzte Hand anlegen

de laatste hand aan iets leggen

sich mit jdm anlegen

het met iem aanleggen [o. aan de stok krijgen]

jdm einen Maulkorb anlegen pot.

iem muilkorven

seinen Leidenschaften Zügel anlegen przen.

zijn hartstochten bedwingen [o. beteugelen]

Geld in Wertpapieren anlegen

geld in effecten beleggen

es auf jdn anlegen

het op iem gemunt hebben

(mit) Hand anlegen

(mee)helpen

jdm Zügel anlegen przen.

iem intomen

das Gewehr anlegen

het geweer aanleggen

jdm Fesseln anlegen

iem de boeien aandoen

jdm Ketten anlegen

iem in ketens slaan

Przykłady jednojęzyczne (niezredagowane i niesprawdzone przez PONS)

niemiecki

Solange das Ufer der Themse noch nicht befestigt war, konnten kleinere Boote durch drei große Bogentore direkt im Gebäude anlegen.

de.wikipedia.org

Dazu wurde die Bahn mit einer Maximalsteigung von 40 Promille angelegt.

de.wikipedia.org

Auch die Charaktere der Feinde waren nicht weniger komplex angelegt.

de.wikipedia.org

Vier Sohlen waren bis dato angelegt, die Seilfahrt fand mit 2 m/s statt.

de.wikipedia.org

Nach 1945 wurden die Trümmer der Innenstadt in das Areal gebracht, worauf ab 1950 eine Radrennbahn angelegt wurde.

de.wikipedia.org

In den 1970er Jahren wurde am westlichen Hang des Berges ein großes Wohngebiet mit zwei Schulen angelegt.

de.wikipedia.org

Dies führt dazu, dass das Klosterquadrum auf einem wesentlich höheren Niveau angelegt wurde als die Angeskapelle und die sie umgebenden Gebäude.

de.wikipedia.org

1965 wurde auf dem Gelände ein zweiter Fußballplatz und nach Gründung der Tennisabteilung im Jahr 1972 auch Tennisplätze angelegt.

de.wikipedia.org

Wie es der Begriff Mode allerdings verdeutlicht, sind diese Konzepte auf Vergänglichkeit angelegt und somit auch immer kritisch zu hinterfragen.

de.wikipedia.org

Die sich aus den verschiedenen Sätzen ergebende Satzfolge ist oft auf Kontrastreichtum angelegt.

de.wikipedia.org