Tłumaczenia dla hasła „faceliften“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈab·drif·ten CZ. cz. nieprzech.

1. abdriften (von der Strömung abgetrieben werden):

abdriften

afdrijven

2. abdriften pot. przen. (abgleiten):

abdriften

terechtkomen in

ˈan·stif·ten CZ. cz. przech.

1. anstiften (veranlassen):

anstiften

(aan)stichten

anstiften

veroorzaken

Unheil anstiften

onheil stichten [o. aanrichten]

2. anstiften (anzetteln):

anstiften

aanzetten

anstiften

aanstoken

be·ˈlüf·ten CZ. cz. przech.

belüften

ventileren

belüften

(ver)luchten

be·ˈschrif·ten [bəˈʃrɪftn̩] CZ. cz. przech.

beschriften

beschrijven

beschriften

tekst [o. een opschrift] [o. opschriften] aanbrengen op

beschriften

merken

durch·ˈlüf·ten CZ. cz. przech.

durchlüften

ventileren

durchlüften

(goed) luchten

ent·ˈgif·ten [-ˈgɪftn̩] CZ. cz. przech.

entgiften

het vergif verwijderen [o. weghalen] uit

entgiften MED., EKOL.

zuiveren

ver·ˈgif·ten¹ [fɛɐ̯ˈgɪftn̩] CZ. cz. przech.

vergiften

vergiftigen

vergiften

(ver)giftig maken

ˈab·hef·ten CZ. cz. przech.

abheften

(in een map [o. ordner] ) opbergen

abheften

klasseren

ˈan·haf·ten CZ. cz. nieprzech.

1. anhaften (festkleben):

anhaften

(aan)kleven

anhaften

vastkleven

2. anhaften podn. przen. (zugehörig sein):

anhaften

(aan)kleven

anhaften

eigen zijn

kein Makel haftete ihm an

er kleefde geen smet op hem

der Sache haftet ein Risiko an

er zit een risico aan deze zaak

ˈschuf·ten [ˈʃʊftn̩] CZ. cz. nieprzech. pot.

schuften

hard werken

schuften

zwoegen

schuften

ploeteren

schuften

zich afsloven

ˈan·hef·ten CZ. cz. przech.

anheften (daran heften)

aanhechten

anheften (daran heften)

vasthechten

anheften (anstecken)

bevestigen

eine Bekanntmachung an das [o. dem] Tor anheften

een bekendmaking aan de poort aanslaan [o. aanplakken]

ent·ˈlüf·ten [-ˈlʏftn̩] CZ. cz. przech.

1. entlüften (Zimmer):

entlüften

ventileren

2. entlüften TECHNOL.:

entlüften

ontluchten