Tłumaczenia dla hasła „Anschnauzer“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

aan·schaf·fen <schafte aan, h. aangeschaft> [ansxɑfə(n)] CZ. cz. przech.

aanschaffen

anschaffen

aan·schou·wen <aanschouwde, h. aanschouwd> [ansxɑuwə(n)] CZ. cz. przech. form.

aanschouwen

erschauen

aanschouwen

erblicken

ten aanschouwen van

angesichts +D.

ten aanschouwen van iedereen

in aller Öffentlichkeit

ten aanschouwen van iedereen

vor aller Welt

lunch·pau·ze <lunchpauze|s, lunchpauze|n> [lʏnʃpɑuzə] RZ. r.ż.

lunchpauze

Mittagspause r.ż.

aan·schrij·ven <schreef aan, h. aangeschreven> [ansxrɛivə(n)] CZ. cz. przech.

1. aanschrijven (in rekening brengen):

aanschrijven

berechnen

2. aanschrijven (ambtshalve bevelen):

aanschrijven

schriftlich auffordern

aan·schroe·ven <schroefde aan, h. aangeschroefd> [ansxruvə(n)] CZ. cz. przech.

1. aanschroeven (vastmaken):

aanschroeven

anschrauben

aanschroeven

festschrauben

2. aanschroeven (vaster draaien):

aanschroeven

andrehen

aanschroeven

anziehen