Tłumaczenia dla hasła „Lorbeeren“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ver·be·te·ren¹ <verbeterde, h. verbeterd> [vərbetərə(n)] CZ. cz. przech.

1. verbeteren (beter maken):

verbeteren

(ver)bessern

2. verbeteren (herstellen):

verbeteren

ausbessern

verbeteren

wiederherstellen

mankementen verbeteren

Mängel ausbessern

3. verbeteren (corrigeren):

verbeteren

verbessern

verbeteren

korrigieren

opstellen verbeteren

Aufsätze verbessern

4. verbeteren (overtreffen):

verbeteren

verbessern

een record met één meter verbeteren

einen Rekord um einen Meter verbessern [o. übertreffen]

flo·re·ren <floreerde, h. gefloreerd> [florerə(n)] CZ. cz. nieprzech.

floreren

blühen

floreren

florieren

ab·sor·be·ren <absorbeerde, h. geabsorbeerd> [ɑpsɔrberə(n)] CZ. cz. przech.

absorberen

absorbieren

ver·or·be·ren <verorberde, h. verorberd> [vərɔrbərə(n)] CZ. cz. przech.

verorberen

verzehren

door·bla·de·ren <bladerde door/doorbladerde, h. doorgebladerd/doorbladerd> [dorbladərə(n)] CZ. cz. przech.

1. doorbladeren (bladerend doornemen):

doorbladeren

durchblättern

2. doorbladeren comput.:

doorbladeren

durchgehen

lor·ren·man <lorrenman|nen> [lɔrəmɑn] RZ. r.m.

lorrenman

Lumpensammler r.m.

lorrenman

Lumpenhändler r.m.

hoe·re·ren <hoereerde, h. gehoereerd> [hurerə(n)] CZ. cz. nieprzech.

hoereren

huren

ope·re·ren <opereerde, h. geopereerd> [opərerə(n)] CZ. cz. przech.

opereren

operieren

to·le·re·ren <tolereerde, h. getolereerd> [tolererə(n)] CZ. cz. przech.

tolereren

dulden

tolereren

zulassen

tolereren

tolerieren form.