Tłumaczenia dla hasła „meter“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

me·ter¹ <meter|s> [metər] RZ. r.ż. (peettante)

meter

Patin r.ż.

meter

Taufpatin r.ż.

me·ter² <meter|s> [metər] RZ. r.m.

1. meter (lengtemaat):

meter

Meter r.m. r.n. r.n.

bij de meter

meterweise

meters hoog/ver

meterhoch/meterweit

per strekkende meter

der laufende Meter

de vierkante/kubieke meter

der Quadrat-/Kubikmeter

meter voor meter

Meter für [o. um] Meter

2. meter (meetlat, meetlint):

meter

Metermaß r.n.

3. meter (meettoestel):

meter

Messgerät r.n.

4. meter (stroom-, gasverbruik):

meter

Zähler r.m.

meter

Uhr r.ż.

de meter opnemen

den Zählerstand ablesen

5. meter (wijzer, naald):

meter

Zeiger r.m.

meter

Nadel r.ż.

de meter sloeg uit

der Zeiger schlug aus

Przykładowe zdania ze słowem meter

meter voor meter

Meter für [o. um] Meter

een kubieke meter gas

ein Kubikmeter Gas

een kubieke meter hout

ein Festmeter [o. Raummeter] Holz

op twintig meter afstand

in zwanzig Meter Abstand

bij de meter

meterweise

per strekkende meter

der laufende Meter

de vierkante/kubieke meter

der Quadrat-/Kubikmeter

de meter opnemen

den Zählerstand ablesen

de meter sloeg uit

der Zeiger schlug aus

100 meter vlinderslag

100 Meter Delfin

de strekkende meter

das laufende Meter

100 meter schoolslag

100 Meter Brust

5 meter à 6 euro

5 Meter zu 6 Euro

twee meter boven de zeespiegel

zwei Meter über dem Meeresspiegel

de lengte bedraagt 30 meter

die Länge beträgt 30 Meter

een voorsprong van twintig meter

ein Vorsprung von zwanzig Metern

een zicht van 15 meter

eine Sichtweite von 15 Metern

van elk tien meter/euro

zu je zehn Meter(n)/Euro

een oppervlakte van 400 vierkante meter

eine Fläche von 400 Quadratmetern